Leermiddelen in het nieuws

In de afgelopen weken is in de media aandacht besteed aan leermiddelen voor het voortgezet onderwijs (vo) (Trouw 18 augustus; Spraakmakers 22 augustus). In reactie hierop zetten we als branchevereniging graag een aantal hoofdzaken op een rij. 

De vrijheid van onderwijs is een wezenlijk kenmerk van de Nederlandse samenleving, en deze is niet voor niets verankerd in de grondwet. Binnen het wettelijke kader van eindtermen en kerndoelen staat het scholen vrij hun onderwijs in te richten. Dat leidt tot een grote verscheidenheid aan scholen. 

Aan die verscheidenheid komen de verschillende educatieve uitgeverijen – in het vo zijn er zo’n twintig actief - tegemoet door het ontwikkelen van kwalitatief hoogwaardige leermiddelen die nauwkeurig op die eindtermen en kerndoelen zijn afgestemd. Voor alle vakken zijn meerdere methoden ontwikkeld. Op die manier ontstaat een pluriform aanbod dat garandeert dat scholen en vaksecties daadwerkelijk kunnen kiezen uit lesmateriaal dat aansluit bij hun situatie en hun wensen.  

Uitgeverijen concurreren onderling op tal van aspecten. Zo kunnen scholen en vaksecties kiezen tussen verschillen in didactische aanpak. Ook in het gebruik van media valt een keuze te maken: uitsluitend digitaal of uitsluitend in boekvorm of een combinatie van beide; hergebruik van boeken of boeken waarin gewerkt en geschreven kan worden. Een ander aspect is de frequentie waarmee het lesmateriaal geactualiseerd wordt: elk jaar of minder frequent. Er zijn ook verschillen in de mate van ondersteuning, zoals meer of minder uitgebreide docentenhandleidingen en voorbeeldtoetsen.

Sinds enkele jaren is er ook keuze mogelijk in de manier waarop scholen lesmateriaal kunnen verwerven. Bij boeken was het namelijk gebruikelijk die te kopen, maar bij software is een licentiemodel met zogenaamd ‘gebruiksrecht’ heel gebruikelijk. Een aantal uitgeverijen biedt nu zowel haar boeken als de digitale leeromgeving met een licentiemodel aan, ook bekend als het Licentie-Folio-systeem (LiFo-systeem).  

Het is aan scholen en vaksecties om uit dit diverse aanbod een keuze te maken die het beste aansluit op hun situatie en wensen. Daarbij spelen uiteraard ook niet-onderwijskundige aspecten een rol. Denk daarbij naast prijs aan duurzaamheidsaspecten: in het LiFo-systeem krijgen de leerlingen immers elk jaar nieuwe boeken. Dit kan een grotere belasting voor het milieu betekenen.

Voor onze brancheorganisatie is duurzaamheid een speerpunt: wij ondersteunen uitgeverijen op weg naar steeds duurzamere oplossingen. Daarbij zoeken we de samenwerking met leveranciers in de leermiddelenketen, maar ook met scholen en SIVON, een coöperatie van schoolbesturen in (ondere andere) het vo. Het gaat het om tal van aspecten: hoeveelheid papier, herkomst van het papier (‘FSC’), de inkt, de bindwijze, het transport, onderzoek naar wat net zo goed uitsluitend digitaal aangeboden kan worden, het hergebruik van materiaal, nauwkeurige en tijdige prognoses zodat er niet ‘overgeproduceerd’ hoeft te worden. 

De hier beschreven dynamiek zorgt ervoor dat educatieve uitgeverijen tegemoet kunnen blijven komen aan een breed scala van – zich steeds ontwikkelende – wensen van scholen en vaksecties, waarbij  de keuzevrijheid voor de best passende leermiddelen steeds wordt gewaarborgd.